Fugue Feguer
Als kinderen vulden we ballonnen
aan de keukenkraan: met ernst
bespeelden we het aanrecht — silo
voor straatgevechten en weke knieën.
Een blindganger met te veel knopen
knapte met een sproei in het gezicht.
Ons hart is vandaag vergelijkbaar
geëxplodeerd, met een voltreffer
over de kinderkopjes: ze moeten
de spetters van de muren boenen.
De aorta, een geruid slangenvel,
ligt op een stoep na te stuipen.
Op de vooravond van het hakblok
eten terdoodveroordeelden pitten
die in verre grond als onkruid
uit hun huid mag groeien, een naam
en loos teken. Wellicht klimmen
uit deze kamers ook eens bomen.
Dit is Feguer.